Ongeveer drieduizend kinderen in Nederland groeien op in een gezinshuis of een leefgroep, terwijl ze onder voogdij staan.
Het ouderlijk gezag berust dan niet (meer) bij hun eigen ouders, maar bij een gecertificeerde instelling voor jeugdbescherming. In de praktijk wordt dit gezag uitgeoefend door een professionele voogd. Die werkt niet bij de instelling waar deze kinderen wonen en opgroeien, maar bij de gecertificeerde instelling voor jeugdbescherming. ‘Op afstand’ dus. Deze kinderen zien hun voogd niet zo vaak, eigenlijk alleen als er officiële dingen geregeld moeten worden. Voogden wisselen bovendien nogal eens – ze worden zwanger, krijgen een andere baan of gaan met pensioen. Deze kinderen hebben daardoor vaak het gevoel ‘van niemand’ te zijn.
Er is een alternatief: de burgervoogd. Een burgervoogd is een natuurlijke persoon (een gewoon mens) die de voogdij op zich neemt over een kind dat woont en opgroeit in een instelling (op een leefgroep) of in een gezinshuis. Met een gewoon iemand, een burgervoogd die de voogdij heeft, hebben deze kinderen weer een iets normaler leven.
- Lees er alles over, in het magazine ‘Burgervoogd, gewoon voor jou’.
- Kijk en luister naar het verhaal van Danny, over zijn burgervoogd Bouke.
- Kijk en luister naar het verhaal van Marinette, over haar burgervoogd Gio.